34e Duotocht Verslag van de Sfaeren

Geschreven door Inna Brockhoff & Lianne van der Hoff.
Datum: 1 november 2013.

Verslag Duotocht 2013 Sfæren

Met dank aan: Willem, Sal, Karia, Jelle, André, Kees, de sponsoren, de andere deelnemers, de macaroni- en mosselmaaltijdverzorgers, wind-sms-er en stampotdienst Martin, thuisvolgers, en iedereen die ons het zeilen heeft geleerd en mogelijk gemaakt.

 

Proloog

Dinsdag, 03 september 2013, 14:24:20, Inna e-mailt aan Lianne:

Dag Lianne! Daar ben ik dan [Red.: na drie jaar]. Wat een mooi visitekaartje heb je. Heb jij tijd? Zoja, wil jij dan eens op www.duotocht.nl kijken. Het is een wedstrijd, maar anders dan anders. Lees maar eens een verslagje van vorig jaar….. Daar moet je voor met zijn tweeën zijn, en een vrouwenmidget heeft zich nog nooit vertoont daarzo!….. Doe je mee?

Donderdag 5 september 2013, 12.31, Lianne belt Inna:
“Het lukt met mijn werk, we gaan!!” Yessss.

Zondag 8 september 2013 van 15.00 – maandag 9 september 01.00 – Burghsluis
Kennismaking aan boord, met boord van de Sfæren. Met een wind 3 en onweersbuien met wind 5 á 6 naar Zierikzee en terug. Onderweg van genua naar fok en reef. “Dat havenlicht is kapot, ze maken het niet, maar wij kennen het water nu bij nacht! Dat geeft voorsprong.”

Napraten en plannen maken.
Hoe doen we dat met slapen? “We moeten een wachtrooster maken, met maaltijdtijden, tijden marifoon kustwacht weerberichten en alles erop en eraan, dan weten we waar we aan toe zijn. Ik zal er eens over nadenken en een voorstelletje sturen, goed?”

Inna: “Ik las in een verslag van vorig jaar dat er een boot is die zitzakken aan boord had ge- nomen. Ideaal! Daar val je niet uit als je wilt slapen en er staat een zeetje…. Lijkt me echt super zitten ook tijdens de roergang, als ze waterdicht zijn tenminste, krijg je niet zo een houten zitvlak.” Lianne: “Jammer dat dat niet past in de Sfæren.” Inna: “Nee, op Vitamientje dan!” [ Red.: Midget 15 voet van Lianne] Lianne: “Nou eigenlijk wilden we toch met Vitamientje gaan? Maar ja, dat gaat niet hoor; Duotocht-organisatie! Want hoe moeten we dan eten? Als we ‘s nachts door moeten zeilen kunnen we niet buiten koken. Daarom gaan we maar met de Sfæren.” Inna: “Ja, wel jammer eigenlijk, maar met Vitamientje kan het ook best, haha. Zonder zitzakken dan wel.” Lianne: “Hoe doen de andere deelnemers het? Zouden die allemaal met gps en zo varen? Inna: “Ik denk het. Vorig jaar zat er een on-betond geultje op de Westerschelde in. Ik kon niet begrijpen hoe je dat in het donker zonder risico zou kunnen doen op dat snelstromende water.”

Lianne: “Wat is dat ding daar tegen het plafond?”
Inna: “Oh, dat is een plotter, kijk. Die vervangt de parallellineaal. Je kunt hem op de kaart leggen en dan de plastic schijf draaien en dan lees je direct je koers af, kijk zo. Maar we hebben ook een parallellineaal aan boord hoor, daar achter die bakjes aan stuurboord ergens.” Lianne: “Oh, nou, als ze dan vragen of we goed toegerust zijn, dan kunnen we melden dat we de modernste middelen hebben, die zelfs de parallellineaal vervangen.”
Beiden: “Haahahha”.

Wat is eigenlijk voor ons de uitdaging? Winnen gaan we toch niet, daarvoor vaart dit kleine bootje te langzaam. Maar gekwalificeerd uitzeilen dát moet toch kunnen. Niet ten kostte van alles. In eerste instantie gaan we voor vier dagen en nachten lol en plezier met elkaar! “Nee, ons hoogste doel zal zijn, dat we niet over onze eigen grenzen heen gaan…..” [Red.: in alle opzichten.]

Dinsdag 17 september 2013 – Schutteplaat
Telefonisch contact.
Lianne: “Hoe gaat het?”
Inna: “Man ik had vannacht wind acht door het want, ik lig aan hogerwal op zo een plaatje voor Veere, maar alleen door de wind in het want ging het schip al te keer. Ik heb de hele nacht de BaZs bijgewerkt en ik kijk er scheel van.” “Weet je, maak je niet druk, dat we überhaupt meedoen is al een overwinning.”

[Red.: Alle dialogen zijn vrijwel woordelijke weergaven van wat gezegd is. Niks achteraf verzonnen.]

Klaar voor de start….. 18 september 2013
Op hete kolen tijdens de kennismaking en het voorlezen van het reglement, en toen spoten we met allen, die voor de Westerschelde kozen, de sluis uit. De sluis waar je niet gewoon geschut wordt, maar waar er in een knipoog en een wenk het watertje een meter of twee onder je vandaan wordt weggetrokken.

Geen tijd voor geleuter. Toplicht aan. Lianne oefent in de koers uit te zetten, de tonnen te melden, volgens de instructies, of beter gezegd, noodvragen van Inna, en Inna leert vertrouwen op de juiste informatie. “Geen tonnen achter ons gaan zoeken, alleen voor je, op basis van je kompaskoers.” “Laat me de kaart eens zien?” “OK. Nu heb ik nog een ton nodig als check-up. Wat is de code van die kardinaal waar we op koersen?” “Hier staat VQ(3) 5 seconden?”… “Kleur?” “Geel.” “Klopt. Jemig, dit is gekkenwerk. Waarom sturen ze ons door onverlicht vaarwater?? Onverantwoord die lui van de organisatie.” “Zitten we wel goed, wat doen die andere duo-ers?” “Uhm, die varen naar de overkant, die gaan hierzo door.” “Nee, dat kan niet, want dan moeten ze door de pas van Terneuzen, daar ligt toch ergens Terneuzen?” “Die pas is toch verboden?” “Alles is hier verboden, verdorie!” “Naar Breskens zeker, voor punten!” “Waar gaan wij eigenlijk heen?” We kregen de slag te pakken, onder heel wat gemopper van Inna aan het roer over niet verlichtte geulen waar net zo goed beroepsvaart zit, en een gepriegel met een lampje op de kaart van Lianne in de kajuit (waar je alleen maar achteruit kan kijken over het water). Plotterlineaal was gauw onder de knie… We werden op slag een duo. Stevige 5 uit WNW, tij mee.

23.46 Middelgat MG 15 Pluk meldt zich over de marifoon aan Hansweert en krijgt instructies, maar moet die afwijzen met de mededeling: “Post Hansweert, we varen slechts met een snelheid van vier knoop”. “Hé hoor je dat? Passer die Schaar van Valkenisse eens uit.” “Nou, vier mijl.” “Wil je nog eens in de stroomatlas kijken?” “De stroom draait tussen 03.16 en 04.16 uur in die Schaar.” “Zie je wel, dan moeten we terug tegen de stroom inkruisen, dan zijn we veel te vroeg aan de andere kant. Stel dat Paal niet te doen is in het donker?” “Paal is totaal oninteressant want we gaan niet voor punten.” “Ja, maar op zich wel een stunt als we die even meenemen.” “We doen dan alleen leuke havens hoor.” …. “Hoor eens, het is gekkenwerk, ik ga niet in een onverlichte vaargeul tegen een Scheldestroom die alle kanten op staat in het wilde weg kruisen!” “Uurtje voor Hansweert dan, kunnen we even bijkomen en een plan gaan maken.”

01.44 vertrek Hansweert.

02.19 SVvV4 We keken elkaar aan. Er vloog een boei langs met een witte streep voor zich uit. “Belachelijk! Dit kan niet goed zijn!” “Maar teruggaan is ook geen optie. Doorgaan!”

Inna: “Zie je die lichtjes, daar moet je niet op letten. In de BaZs stond dat er windmolens werden geplaatst en dat de rode verlichting niet verward moet worden met de navigatiebakens. Kijk, je ziet ook de zuilen van die dingen al staan.” Lianne: “Mmm … Nee joh, dat zijn schepen.”
“Nee echt niet, niemand is zo idioot om tegen twee knoop stroom in te kruisen”.
…”Het zijn schepen, die zuilen zijn zeilen.”
“Ja, nu je het zegt! Nou wat een inspanning om achteruit te varen zeg!”

03.44 Paal. Het water klotste er over de vaste steigers. De Eigenwijs liep na ons binnen. Groet. Toen: GRKKRRDGG…. stilte. “SHIT!! Schoot in de schroef”. Maar Remco hield wel van een duikje in het troebele theewater van Paal. Toen de Eigenwijs z’n motor weer liep (anders hadden ze opgegeven, wat we raar vonden klinken, het is toch een zeiltocht) konden we opgelucht en an mass vertrekken (twee scheepjes op het donkere water). De stroom liep lekker mee, vijf slagen en we hingen weer in Hansweert.
06.00 Twee uurtjes rust.

08.26 Schutten en de bruggen van Zuid-Beveland onderdoor. De Faam moest aan de wachtsteiger voor de spoorbrug blijven plakken.

10.22 Inna probeert te slapen. 10.28 Maar bedenkt eerst dat de geul van Dortsman een prachtige geul is bij laagwater, en meldt Lianne dat ze niet moet vergeten daar van te genieten. … 10.37 Inna: “Oh, maar je kan niet meteen naar de Bergsediep trouwens, je moet nog een boei hebben om het rondje afgemaakt te hebben.” Lianne: “Welke boei?” Inna: “Even kijken in het logboek hoor, eh…. uhmmm 9.29 uur: Huh???… nee, waar is de kaart… De O26.” Lianne: “Geef maar een pen, dan noteer ik dat. Nee, niet het logboek, alleen een pen. En dan nu slapen.”

Er was net tijd genoeg om de avonturen van de vorige nacht wat weg te werken. Dat lijkt niet op slapen.

12.12 – 13.23 afgemeerd bij Bergsediepsluis. Wat gaan die tien minuten toch snel als je moe bent en moet eten! Lianne probeert te slapen terwijl Inna, met fok en later ook gereefd grootzeil vrijwel geheel bezeild onder een dikke ZW 4 het Brabants Vaarwater soldaat maakt.
Dan gaat het nog harder waaien.

Lianne wordt wakker uit een slaap waarbij ze continu haar armen moest spannen om de schoot aan te trekken. Voor haar gevoel dan, want we hebben niet gekruist! Dat leek ook niet op slapen dus.

Lianne: “Nou ons doel hebben we allang overschreden. We zijn gister over alle grenzen heen gegaan.” Inna: “Denk je? Ik heb meer het gevoel dat we in het diepe zijn gestapt, dat is alles.”

16.12 We varen de Keeten in en zetten een tweede rif.
“Doen we Stavenisse?”
“Als het een leuke haven is wel, want we doen alleen leuke…” [Red.: met ‘leuk’ wordt bedoeld: moeilijk of soms onmogelijk.] Dus Stavenisse, want je kan alleen rond hoogwater door dat gaatje in de dijk.

17.36 KR 37. Regenkleding dicht. Vlagen zoet water voor de verandering. Het is menens nu. Het voelde compleet onnatuurlijk om met die stuivende wind tegen schemer een fuik in te varen. Aan het eind is de kade van Sint Philipsland, maar om daar nou de boeg van de Sfæren op te stoppen…

19.00 einde Krabbenkreek. We kregen het niet kado. We hadden teveel voorzeil, waardoor kruisen in die smalle goot een stunt op timing werd. Er is geen ruimte om de stormfok te zetten. Het is al flink aan het schemeren, we zijn koud, nat, moe en hongerig als wolven. Bij de KR 24 komt er ook nog een binnenvaartschip de geul in varen! Nee, het is geen hallucinatie, Lianne is gelukkig nog scherp. Die bak vult de hele bevaarbare geul op. In het kielzog daarvan zit de Eigenwijs. John aan het roer, van Remco geen spoor. “Hoe gaat het?” roept hij, met verontrustte blik. Ik geloof dat wij antwoordden: “Goed, een beetje pittig”.

Het enige wat ons nog moed doet houden in die donkere windregen is de eten- en slapen-belofte bij Bruinisse.
In het Zijpe surfen we voor de wind onstuimig op een golf mee, waardoor we op de wind vóórlopen. We kijken elkaar aan en barsten in lachen uit. Die Sfæren toch!

21.00 Afmeren sluis Bru. Natte zooi uit en genieten van de kookgeuren, die zo verrukkelijk zijn dat ze het gevecht met de slaap nog nèt winnen.

5.30 De volgende dag. [Red.: vrijdag] Het voelt vroeg, omdat het nog donker is, maar als het schutten op zich laat wachten en het krieken van de dag begint, is de boog al weer gespannen, we hebben haast! Een duotocht-mededinger komt de sluis uit, als wij erin gaan. We gaan er vanuit dat ze de hele nacht door gezeild hebben; Rondje onverlichte Grevelingen bij wind 6 en regen… “Goede morgen, fanatiekelingen!” Er kwam een twijfelend antwoord terug, wij zagen er vast nog erg slaperig uit. [Red.: Later bleek dat zij óók hadden geslapen, aan de ándere kant van de sluis, en dat ze de bemanning van de Sfæren met zeilpakken aan fanatiek in de kuip zagen staan… Ja, dit moet wel echt het moment zijn waarop iedereen in de geest van de duotocht is beland.]

Lianne zeilt het grootste deel van de Grevelingen. Prachtige tocht. Om 15.00 ‘geparlevinkerd’ aan de steiger bij de sluis van Bru. Martin bracht vier porties verschillende stamppotten (veel groente, lekker smeuïg) om te ruilen voor een zakje vuilnis.

Stank voor dank.

In de Krammersluis werden we door de geïnteresseerde sluiswachter, zelf een oude rot in het duotocht varen, geheel op de hoogte gebracht van de positie van de andere schepen. Wederzijds genoegen.

17.21 Wind bleek een lijnrechte correlatie met concentratie te hebben…. Het was ons nog prima gelukt om te berekenen dat Blinckvliet onze overnachtingsplaats moest worden, i.v.m. de stroming op het Spui. (Wij gaan NIET motoren op het Spui, sterker, we waren er van overtuigd dat dat ook niet mocht.)
Maar… toen… Om tijd te winnen voordat de wind nog meer zou afnemen lieten we dus het Noordplaatje rechts liggen (om dat op de terugweg te pakken)… een losse beslissing die ons fataal zou worden.

18.00 De avondzon en de te lichte bries deed de sfeer op Sfæren veranderen. Onze levensgeschiedenissen werden uitgewisseld. Ondertussen werd min of meer besloten dat we de 22.00 uurs-rust niet zouden halen, maar we zouden het zo en zo niet halen met die wind-van- niks-voorspelling, dus dan maar gewoon doorgaan.

Maar ja, we worden in de gaten gehouden. Om 19.30, vlak voor de Volkeraksluis, worden onze filosofisch en persoonlijke zelfreflecties bij ondergaande zon ruw verstoord door de telefoon. “Oh! De organisatie, Sal.” “Wat zeggen ze?” “Of we niet op willen geven!” Dus afdruipen naar Ooltgensplaat.

Wederom de Eigenwijs die in het kielzog van de Sfæren af komt meren. Wij kruipen met zijn vieren in de ruime kajuit van de Sfæren om te genieten van vier porties heerlijke warme stamppot en elkaars gezelschap. Niemand is moe. Maar dat zag er toch anders uit, op de één of andere manier….

Volgens de vaaraanwijzingen moet het nu zaterdag 21 september 08.00 uur zijn. Trossen los in Ooltgens! Waar de hanen kraaien en het naar een slapend dorpje ruikt.

We stonden nog steeds in de stand van gister. Slapen had er niks aan veranderd. Gedwee vervolmaakten wij het rondje Noordplaat. Maar vergaten opnieuw na te denken en terug te gaan naar de Volkeraksluis!! Toen kwam het besef. Wat hebben we nou eigenlijk zitten doen??? Het halve logboek was al volgeschreven met berekeningen en als-als-als. [Red.: die bladzijden zullen we de lezer besparen.] We hadden gister Noordplaat moeten doen, ook al wisten we toen nog niet dat de wind kort daarop al zo dramatisch zou zakken. We hadden vandaag ná de Noordplaat terug gemoeten naar het Haringvliet. Daar aan onze verplichtingen voldoen. Dan bij Stellendam naar buiten.

Alhoewel. Mist? Wind niks uit ZW? En dan dat eind over zee dobberend richting Westkapelle, en weer terug tot Den Helder… ? We wilden wel finishen en onze mossels verdienen. Burghsluis was hoe dan ook niet meer gegaan. Maar die hadden we onderaan op ons verlanglijstje staan: als we dan toch iets skippen, dan doen we dat, wat voor de Sfæren gesneden koek is, om de anderen toch een voorsprongetje te geven…

En bij de Krammer wéér de verkeerde beslissing: we gingen de sluis echt door, terug naar de Oosterschelde. Alwaar de vloedstroom ons prima een dag heeft bezig gehouden met kruisen. En de ebstroom ons bijna tegen de Zeelandbrug deed spoelen.

Het is niet alles goud wat er Blinckvliet…

Toen waren we het zat en gingen op de motor naar de Zandkreeksluis.
23.25 Losse steiger in het hoekje direct achter de sluis. Een paar uurtjes om te slapen alvorens een dag te gaan genieten van een tochtje Veerse Meer.

02.00 De wekker gaat. Lianne steekt haar hoofd uit het luik.
“Inna, er is wind!”
“Mmm, is het véél wind? Laten we nog maar even slapen, het is vast nog niet véél wind. Of wil je weg?” 05.00 De wekker gaat. Lianne gaat perfect op het zeil, in het donker, weg, maar Inna schrikt wakker en start half in de slaapzak overbodiger wijs nog even de motor, als Lianne op het voordek bezig is. Vanuit de kajuit kun je alleen maar achteruit kijken… en dan zie je de dijk liggen, met een ondiepte eronder…. Gauw weer slapen dan maar, na zo een misser.

Spanning is verslavend. We kunnen niet meer zonder.
Inna: “Nou dat rondje Bastiaan de Lange- en Zandkreekplaat is gedaan, nu moeten we kiezen, doen we Oranjeplaat aan, of zetten we het Vaarwater langs Kamperland op de lijst?” Lianne: “Is Oranjeplaat leuk, als haven?” “Nee, en het is er ook al erg druk [Red.: Brainwaves].”

10.04 VK3 Dus op naar baken ‘Steen’. Ondertussen rekenen. “We moeten uiterlijk om 12.00 uur bij de sluis van Veere zijn, anders redden we dat Souburgbruggeding zeker niet meer.” “Nou, dat halen we nèt, als ik zie hoe lang we nu over een kwart mijl doen, moet het precies lukken.” Maar de wind draaide, nam af, draaide, nam toe, en weer af.
Grootzeil trimmen en nog eens trimmen. Genua strakker en weer losser. Spanning alom.

12.00 precies. Havenhoofden van het kanaal door Walcheren. Vele schepen lagen te wachten voor de sluis die juist open ging, daar waren ze dan allemaal, onze duocollega’s!

In een feestelijke optocht naar Vlissingen.

Afgeleid door een wuivende jury schoten we de haveningang voorbij. Maar: 15.30 op de seconde af, voeren we toch binnen.

Volbracht!

 

Epiloog

Inna: Weet je Lianne, ik heb er nog eens goed over nagedacht. Ik heb niet het gevoel dat we over onze grenzen zijn gegaan. We hebben onze grenzen verlegd! Lianne: “Heb je een moment gehad dat je het echt niet meer zag zitten in de tocht, of dat je het te gevaarlijk vond?”
“Ja, één keer, je weet het wel, toen vroeg ik nadrukkelijk of jij het zag zitten met die harde wind en vlagen regen in de rug tegen schemer nog ‘even’ die Krabbengeul in te varen en weer uit. Ik had er geen zin meer in. Maar jij ging er wel voor, en dat trok me over de streep.” [Red: of over de grens?]

Wat hebben we geleerd:
– Aan zeilkunde ontbreekt het geen van beiden, maar moeheid in combinatie met weinig wind doet je concentratie tot 0 afnemen en dan heb je niks aan zeilkunst.
– De accu heeft voldoende voorraad voor boordlicht, marifoon en track en trace, zolang we met de hand de motor starten. Volgend jaar zouden we ons kunnen permitteren af en toe de kajuitverlichting te gebruiken i.p.v. onze hoofdzaklampjes.
– We moeten oefenen in slapen-ook-al-is-zeilen- leuker.
– We zijn een goed duo, in elke situatie zat humor, en die wisten we ALTIJD te vinden samen.
– last but not least: !Geef nooit op!

Tips voor de 35ste duotocht organisatie:
– Een uurtje tussen palaver en vertrek om veilig te kunnen starten.
– Inderdaad fijn om bij daglicht te vertrekken.
– Minder verplichte/optionele motorroutes. (Alle motorroutes zijn saai en geen uitdaging om te doen en kosten TOTAAL onnodig brandstof!)
– Strafpunten voor digitale apparatuur aan boord…..

Aan verantwoordelijkheidsgevoel en volledige inzet heeft het niet gelegen bij de bemanning van de Sfæren. Hier stukjes kopie van de email uitwisseling tussen schipper en maat: [In tegenstelling tot de tweet van 22 september dat de duotocht 2013 echt voorbij is…]

Zondag, 29 september 2013, 14:14:53, Inna e-mailt aan Lianne:

… Dan nog een grappige anekdote. De eerste nacht thuis [Red.: 28/9/2013] werd ik in het pikkedonker een soort van wakker. Ik was danig in paniek, want ik vond de uitgang niet. Begreep niet waar ik was. Aan boord toch? Ik zoeken, vond de eerste trede van het kajuit trapje, maar voelde daaronder de vloer niet. Je moet weten, ik slaap in de nok op een vlierinkje met een uitklapbare trap naar beneden. Echt paniek! Ik wist gewoon niet waar ik was en hoe ik er uit moest (claustrofobie-achtige gewaarwording). Uiteindelijk zag ik de lichtjes van mijn telefoon en het drong tot mij door dat ik thuis was….. Goed dat ik me niet van het kuipbankje heb laten glijden, dan had ik allebei mijn enkels gebroken. …
Vannacht vergelijkbaar, maar niet in paniek. Ik wist mijzelf wijs te maken dat ik thuis was. Ik ging in het donker de helft van mijn huistrapje af en zocht onder de hanenbalk naast de plek van de marifoon naar dat zwarte zaklampje, onder de kajuit raampjes. De balk was er, maar eronder geen plankje. Ik was toch thuis? Waarom kan ik de marifoon dan niet vinden? Uh… toen moest ik erg lachen en kroop weer terug onder de dekens. Hoe kan de Sfæren nou tussen de twee hanenbalken en de trap passen? Onmogelijk ….

Maandag, 30 september 2013, 20:43:12, Lianne e-mailt aan Inna:

… Ik denk dat ik jou niet zou geloven als ik niet precies hetzelfde meemaak! Gisternacht werd ik weer wakker en dacht; “Ik moet weten waar ik zit, het is overal donker, ik moet me oriënteren, die groene ton daar (acculampje van mijn macBook), waar ligt die op de kaart, shit, waar is mijn kaart? Ik heb geen kaart, ik moet een kaart hebben!!! Waar vaar ik naar toe? Ik weet het niet. Ik moet het weten. Straks vaar ik tegen een ton… en dan zit er een gat in de boot!” “Nee, ik lig thuis in mijn bed en ik ben niet aan het varen. Maar die groene ton dan? Ik ben nu verantwoordelijk voor de boot, dus ik moet niet gaan slapen, ik moet haar niet in de steek laten, straks varen we verkeerd. We varen niet. Oh ja. Maar de boot dan, die vaart nog wel, die kan ik toch niet in de steek laten ook al ben ik nu hier thuis in mijn bed?” Best wel vermoeiend om jezelf er steeds van te overtuigen dat je kunt gaan slapen omdat er niets is waarvoor je wakker moet blijven. Het voelt zelfs alsof ik toegeef aan zwakte als ik besluit te gaan slapen omdat ik er eigenlijk nog van
overtuigd ben dat ik die verantwoordelijkheid heb…

TOT IN 2014 !!!


Laat een reactie achter