2 juni 2012 (derde reis)

Geschreven door Henk Oosterwijk.
Datum: 2 juni 2012.

Op St. Maarten had ik een hele waslijst af te werken en dat heb ik dan ook gedaan. Nieuwe stuurboord achterwantstag laten maken en de versleten beschermers van het want vervangen. Een nieuw navigatielicht voorop met nieuwe aansluitingen gemonteerd. De scheur in het grootzeil zelf gerepareerd. De carburateurs van beide buitenboordmotoren gedemonteerd en schoongemaakt, want na vier maanden stilstand waren die zo vervuild dat geen van beide motoren gebruikt konden worden. Daardoor kon ik de dag van aankomst niet de wal op, hetgeen aardig frustrerend was na twee maanden op zee. Het onderwaterschip vrijgemaakt van goosenecks en verder schoongemaakt. Wat mij werkelijk verbaasde is dat de schroefasanode die ik er in Kaapstad nieuw op had gezet helemaal verdwenen was. In een haven, waar veel stroom in het water terechtkomt en je soms naast een stalen boot ligt, is dat mogelijk, maar op volle zee vond ik het vreemd. Het zou hooguit verband kunnen houden met het zenden met de kortegolf radio waarbij veel stroom wordt gebruikt. Ik heb dus ook een nieuwe anode erop gezet. De kop van de schroef waarmee de helmstok op het roer wordt vastgezet was eraf. Ik heb het gaatje in de stalen mantel van de roerkop groter gemaakt en het gat in de helmstok ook. Nu kon ik een pin in dat gat plaatsen als de helmstok in de mantel werd gestoken en dat heeft het voordeel dat ik de helmstok er zo uit kan nemen in de haven. Dan zit de helmstok niet in de weg en hoef ik hem ook niet meer vast te zetten. Uiteraard kan dit alleen als je in rustig water ligt. Had ik eigenlijk eerder willen doen.

Ik kwam op de lagune ook Shelley met haar boot North Wind tegen. Zowel Laura als ik hadden af en toe haar website gevolgd. Ze had echt heel veel tegenslag gehad toen ze zich nog aan de Europese kant van de Atlantische Oceaan bevond. Haar grote droom was naar de Stille Zuidzee te varen met eigen boot. Ze was met haar vriend Simon, ieder in eigen boot, de Atlantische Oceaan overgestoken en vanuit Grenada naar het noorden door de Caribische eilanden gezeild. Simon was een hele mooie houten kano aan het bouwen en hij wilde proberen om er meer te bouwen en die te verkopen. Ik hoop voor hen dat het aanslaat, want ik vond het een hele mooie kano. En zo kom je toch weer bekenden van het internet tegen. Kijk maar eens op haar website www.northwind.nl. Ze zijn samen een avond bij mij aan boord geweest en we hebben onze ervaringen gedeeld.

Laura was na een hele moeilijke terugreis naar Bonaire weer terug op haar boot Guppy en zou over een paar weken naar de San Blas eilanden vertrekken. We hadden nog regelmatig contact via email. Voor zover ik dat kon beoordelen via het internet had ze een heel geslaagd bezoek aan Nederland afgelegd. En nu zou ze dus naar haar geboorteland Nieuw-Zeeland zeilen en daar of in Australië haar toekomst opbouwen.

In Philipsburg heb ik bij het Kabinet van de Gouverneur een nieuw paspoort aangevraagd, want mijn paspoort zou 4 juli 2012 vervallen. Ik vond het allemaal net even te krap om erop te gokken dat ik op 4 juli in Nederland terug zou zijn. Een beetje tegenwind of geen wind kon er al voor zorgen dat de reis wat langer zou duren. En een stop van een week of twee weken op de Azoren zou toch ook wel fijn zijn. Laat staan een rustige tocht via de zuidkust van Engeland en met het aandoen van een paar havens die ik nog kende van de heenreis.

Op woensdag 11 april heb ik tegen zonsondergang nog een grote zeilboot geholpen om vrij te komen van een zandbank vlak bij het kanaal door de lagune. Ze waren blijkbaar net even buiten de vaarroute terecht gekomen en zat behoorlijk vast. Niemand hielp hen toen ik met mijn dinghy voorbij kwam. Ik heb mijn anker opgehaald en ben er naartoe gegaan.  Toen het al donker was en die boot, maar ook mijn boot, weer geankerd was kwamen ze langs om twee koude biertjes af te leveren. Hij was een Fransman en zij een Italiaanse. Ze waren blij met mijn hulp en ik heb er tweemaal heerlijk Italiaanse paste gegeten. Ik kon hem helpen met het ontvangen van weerfaxen m.b.v. zijn kortegolfradio en computer.

Op vrijdag 20 april kwam Simon aan van de boot Sedna 1 met wie ik al zo lang radiocontact had gehad. Ik keek vanuit de kajuit naar buiten en zag achter mij op de ankerplaats iemand zwaaien. Simon bleek problemen met zijn buitenboordmotor voor de dinghy te hebben en toen heb ik hem zolang mijn grote buitenboordmotor geleend. Maandag zou hij naar de monteur gaan om de motor te laten repareren. Hij had rijstbier voor mij gemaakt, waar ook rozijnen en citroenen in verwerkt worden. Dat was heel verfrissend.

Donderdag 26 april kon ik ’s morgens mijn nieuwe paspoort bij het Kabinet van de Gouverneur van St. Maarten ophalen en had ik ’s middags een presentatie van iemand die al heel vaak de passage van St. Maarten naar de Azoren had gedaan. De presentatie was heel leerzaam en met een groepje kwamen we zelfs tot een afspraak over een radionet. De naam die ik voorstelde, het Atlantic Homerun Net, de oude naam van het radionet van St. Helena naar de Carib, viel meteen in goede aarde. Hoe het verder met het net zou lopen zouden we wel zien. We hadden een frequentie en een tijd, dus zodra we vertrokken zouden we elkaar daar ontmoeten.

Ik had echt zin om weg te gaan, dus ik plande de laatste werkzaamheden aan de boot en de laatste inkopen. Maandag zou ik vertrekken als het weer er verder goed uitzag. Zondag was helemaal conform de weersverwachting, er stond veel wind en af en toe waren er windvlagen die de boot deden schudden. Ik had mijn laatste inkopen gedaan, de dinghy schoongemaakt en aan dek vastgemaakt en afscheid genomen van de mensen die ik in de lagune had leren kennen.

Ik vertrok op maandag met harde wind en hoge golven. De wind was constant hoger dan 20 knopen en de golven waren 3 tot af en toe 5 meter hoog. Die conditie hield ik de eerste drie dagen en daardoor maakte ik toch goede voortgang. Ik moest eerst naar het noorden koersen om daar de westenwind op te pikken op ongeveer 30 graden noorderbreedte. Soms moet je tot 38 of 40 graden noorderbreedte gaan om de constante westenwinden op te pikken. Na drie dagen nam de wind wat af tot 15 knopen en de golven waren nog maar 1,5 meter. Het leven aan boord werd dus wat rustiger en ik kon werken aan dit reisverslag. Maar ook koken en afwassen gaat beter als de zee rustiger is.

Tijdens die eerste drie dagen had ik veel geëxperimenteerd met mijn nieuwe marifoon met ingebouwde AIS. AIS is een scheepsherkenningssysteem dat met name de grote schepen moeten hebben. Het zendt een signaal uit met o.a. de naam van het schip en koers en vaart. Het ontvangsysteem dat veel kleine boten aan boord hebben geeft een alarm wanneer een schip te dicht bij komt. Ik had nog nooit van een marifoon met AIS gehoord, maar toen ik er op St. Maarten over hoorde heb ik er meteen naar geinformeerd. Mijn  oude marifoon vertoonde kuren. De keuzeknop was lam en ging regelmatig van het kanaal af. Dat kan knap lastig zijn als je een haven binnenvaart en marifooncontact met de autoriteiten hebt. Ik heb dus die nieuwe marifoon gekocht en het grote voordeel van de combinatie marifoon en AIS is dat je alles kunt doen met de marifoonantenne die je toch al hebt. Voor apart AIS moet je ook een separate antenne hebben of een antennesplitter die het mogelijk maakt om met één antenne te werken. Nu hoefde ik dus niets extra te doen om AIS ontvangst te hebben. Het AIS signaal kwam goed binnen en ik stelde het alarm af op 10 zeemijlen. Als er binnen die afstand een boot kwam dan ging er een alarm af.  Daarnaast gebruikte ik nog steeds mijn vertrouwde radardetectiealarm die alarm geeft als hij een radarsignaal ontvangt. Als solozeiler kun je niet genoeg aan veiligheid aan boord doen.

Donderdag 3 mei begon de wind af te zwakken naar 12 knopen en soms had ik maar 8 knopen. Vrijdag bleek dat ik maar 50 zeemijlen had afgelegd, maar ik had slechter meegemaakt. Ik ging doordat de wind meer naar het noorden draaide ook wat meer naar het westen. Dat kon ik later goedmaken als de wind doordraaide naar het westen, wat op hogere breedte zou gebeuren volgens de gribfiles. Vrijdag was een perfecte dag om brood te bakken in de snelkookpan en dat heb ik dan ook gedaan.

De dagen daarna had ik vaak geen wind of wind tegen. Het varen op de Noord-Atlantische Oceaan is niet makkelijk. Je bent erg afhankelijk van het Azoren hoge drukgebied.  Als die nog niet stabiel bij de Azoren ligt, hebben lagedrukgebieden vrij spel. Soms voer ik een koers pal oost vanwege wind uit het noordnoordoosten, en soms kon ik niet anders dan pal noord varen i.v.m. oostenwind. Op donderdag 10 mei was ik nog 1500 mijlen verwijderd van Horta.

De weken daarna was het steeds ploeteren met lichte wind van voren totdat die op vrijdag 18 mei langzaam naar het zuiden draaide en uiteindelijk op zondag 20 mei westelijk werd. Herb, de weerspecialist had gewaarschuwd dat je beter niet boven de 35 graden noord kon gaan zitten op mijn lengte omdat er twee koufronten zouden passeren met heel veel wind. Die koufronten brachten niet alleen veel wind maar ook nog eens wind uit de verkeerde richting voor mij, namelijk noordoost. Ik bleef dus tussen de 34 en 35 graden noorderbreedte varen en had weliswaar lichte wind, maar wel uit het westen. Op zondag 20 mei zat ik onder de 1000 zeemijlen naar Horta en het aftellen kon beginnen. Ik verwachtte er zeker nog twee weken over te doen en dat betekende dat de overtocht naar Horta niet makkelijk was geweest met tot dan toe een gemiddelde snelheid van 3,2 knopen.

Zaterdag 19 mei was er nog een bijzonderheid tijdens de uitzending van Herb’s Southbound 2. Een van de boten die zich meldde bij Herb had blijkbaar een noodsignaal opgevangen van een boot genaamd Petra. Dat bleek later een Deense Bavaria te zijn. Herb heeft toen meteen navraag gedaan bij de kustwacht en uit die info bleek dat de bemanning de boot had moeten verlaten in de positie 34 46 noord en 53 15 west. Dat was niet zo ver achter mij. De bemanning was gered door een andere boot en de boot dreef nu stuurloos rond. Hun kiel was los geraakt en daar kwam water naar binnen terwijl ze het niet konden dichten. Ik heb als netcontroller via het Atlantic Homerun Net de positie doorgegeven met een waarschuwing goed op te passen. Het zal je maar gebeuren dat je ’s nachts op zo’n drijvende zeilboot vaart. Het maakte ons allemaal nog eens goed duidelijk dat er midden op de oceaan iets goed fout kan gaan. Een dag later hoorden we over een redding van vier bemanningsleden van een zeilboot 300 zeemijlen oostelijk van Bermuda en op weg naar de Azoren die na een aanvaring met een walvis averij had opgelopen.

Woensdag en donderdag heb ik de motor bijgezet. De windsterkte was afgenomen tot 4 knopen en daar is niets mee te doen. Vrijdag werd westenwind verwacht. Die kwam dan ook en met een geweldige kracht. De windsterkte nam toe tot windkracht 6 voordat hij heel even op zaterdagavond naar het noorden draaide, afzwakte en weer terug naar het westen ging. De reden daarvoor was een passerend koufront. Je kunt je voorstellen wat een plotselinge verandering van windrichting en kracht doet met de golven die bij windkracht 6 waren ontstaan. De golven komen nog steeds uit het westen, terwijl sommige uit het noorden ontstaan. Het was als in een wasmachine en de nacht van zaterdag op zondag heb ik weinig geslapen. Telkens weer beukte een 3 meter hoge golf in op de boot of ik viel van een hoge golf in een golfdal. Zondagochtend was het gelukkig al weer wat rustiger. Ik besloot op zondag om niet naar Horta op het eiland Faial te varen, want daar zou het stormen bij mijn aankomst. Het was veiliger om naar het oosten te blijven varen op 35 graden noorderbreedte en daarna noordwaarts naar Ponta Delgada op het eiland Sao Miguel. Ik bleef dan buiten het gebied van de storm. In 2007 was ik overigens al in beide plaatsen geweest. Ponta Delgada had er een marina bijgekregen, dus ik was benieuwd hoe de situatie daar nu was. Bovendien wilde ik eigenlijk mijn rolfoksysteem demonteren en de fok en stormfok weer laten voorzien van stagleuvers. Thomas en Any hebben een werkplaats in de haven van Ponta Delgada en zouden dit voor mij kunnen doen.

Vrijdag had een van de boten die deelnam aan het radionet gemeld dat hij zijn motor niet kon starten. Na wat adviezen van het net kon hij die motor nog steeds niet starten. Een van ons zou voor hem in Horta aankomen en de havenmeester informeren over een boot met motorproblemen. De havenmeester kon dan voor een sleep zorgen. Zondag bleek dat een andere boot, een Nederlandse catamaran met twee buitenboordmotoren, geen van beide motoren kon starten en vlak na die andere boot in Horta zou aankomen. Ook die boot zou assistentie nodig hebben in de haven. Een van de voordelen van een radionet is dat je met zijn allen in een dergelijke situatie kan ondersteunen met advies of daadwerkelijke fysieke hulp. Ik denk zelf dat beide boten te maken hebben met verontreiniging in het brandstofsysteem dat losgekomen is in de tank door een aantal dagen met zeer hoge golven. Ik heb dat zelf ook wel eens gehad in de Middellandse Zee, maar tegenwoordig weet ik dat te voorkomen door de tank goed vol te houden, een trechter met waterfilter te gebruiken bij het vullen en een vloeistof toe te voegen aan de diesel in de tank die bacteriologische vervuiling tegengaat. Ik heb het daarna nooit meer gehad, maar maak wel regelmatig de filters schoon of vervang ze en zie dan dat dat echt nodig was.  Eigenlijk moet je er in warme gebieden regelmatig mee bezig zijn om problemen later te voorkomen.

De boot met de dieselmotor die niet wou starten had ook nog eens een aanvaring met een walvis in de nacht van zaterdag op zondag. De schipper werd uit zijn bed geslingerd en de boeg ging onder water. Daarnaast verloor hij zijn propeller van de watergenerator die hij sleepte. Hij had tot dan toe geen energieproblemen ondanks dat hij zijn motor niet kon starten en stroom opwekken. De watergenerator leverde voldoende energie met al die wind en de snelheid die de boot daarmee maakte. Maar nu hield dat dus ook op. Gelukkig zou hij om 14.00 uur op zondag Horta bereiken.

Ik sprak net over dieselproblemen in warme gebieden en dat laatste brengt me op een andere waarneming in dat weekend, namelijk de kou. Ik had bijna twee jaren in tropische gebieden vertoeft en nu had ik mijn tweede ervaring met kou op deze trip. Toen ik naar Kaap de Goede Hoop voer werd het steeds kouder, maar nu was het ’s nachts en ’s morgens echt koud. Misschien praten we over 17 of 18 graden Celsius, maar voor mijn gevoel was het heel koud. Als ik een overtocht deed, droeg ik alleen een T-shirt en een boxershort. Eigenlijk liep ik dus in mijn ondergoed. Dat was nodig omdat elk ander kledingstuk te warm was. Tot nu toe dus. Het werd tijd dat ik weer een korte broek of misschien zelfs een lange broek ging dragen. En als het zo koud bleef, dan misschien ook nog een trui. Het was een vreemde ervaring na die twee jaren. Seizoenen, en het was nu zelfs nog bijna zomer.  Het grappige is dat mensen die altijd in de tropen verblijven naar die seizoenen in andere landen verlangen. Lente, zomer, herfst en winter hebben elk hun charme, zowel wat het gevoel als wat de natuur betreft. Gras weer groen zien worden, bomen in bloesem zien of helemaal zonder en alleen maar kale takken. Hoewel het nu even wennen was, keek ik er naar uit.

Hoewel ik buiten het gebied van de storm wist te blijven had ik in de nacht van dinsdag 29 mei op woensdag 30 meivijf meter hoge golven en wind tot wel 30 knopen. De hele woensdag bleef het weer zo ontstuimig. Woensdagmiddag hoefde ik minder dan 200 mijlen af te leggen naar Ponta Delgada. Een aankomst op vrijdag later op die dag leek mogelijk. De nacht van woensdag op  donderdag  moest ik de motor bijzetten omdat de wind eerst van richting veranderde en daarna afzwakte tot 5 knopen.  Gelukkig had ik nog genoeg diesel. Als je naar de Azoren vaart dan moet je er rekening mee houden dat je wellicht 100 mijlen tot de Azoren op de motor moet varen. Rond de Azoren zijn er vaak windstiltes. Daarom wordt het advies gegeven om in ieder geval diesel over te houden om die laatste mijlen tot de Azoren op de motor af te kunnen leggen. Aan dat advies had ik mij gehouden.

Donderdag ben ik naar het noorden gaan varen toen de wind daar afnam. ’s Nachts moest de motor nog bijgezet worden want er waren nog steeds wel hoge golven maar weinig wind. Op vrijdag om 08.00 plaatselijke tijd kwam ik aan in Ponta Delgada.De aankomst was spectaculair met hele hoge golven bij de kust. Het weerzien met bekenden was hartverwarmend. Ik ga hier een week uitrusten en voorraden inslaan. Daarna volgt het laatste stuk van de thuisreis met misschien een stop aan de zuidkust van Engeland. Want ook daar heb ik veel bekenden.  In mijn laatste verslag van deze reis zal ik daarover schrijven. Want het blijft een uitdaging die Noord-Atlantische overtochten. En elke overtocht moet je heel serieus nemen, ook al gaat het over weinig zeemijlen.


Laat een reactie achter