19 februari 2007 (eerste reis)
Geschreven door Henk Oosterwijk.
Datum: 19 februari 2007.
Hallo Midgetclub leden,
Ik ben 3 maanden in Torrevieja gebleven van november tot februari. Tot 15 februari heb ik gewacht op post die vanuit Nederland naar Torrevieja was gestuurd en toen ben ik vertrokken naar Mar Menor. Mijn Amerikaanse vrienden waren al eerder vertrokken en wachtten daar op mij. De lang beloofde paddestoelen waren er nu en we hebben er heerlijke gerechten mee bereid. Op 19 februari vertrokken we langs de Spaanse oostkust richting zuiden, maar bij Cartagena haakten ze af en ben ik alleen verder gegaan. Via de marifoon hebben we afscheid genomen. Zij bleken een relatieprobleem te hebben waar ze in Cartagena aan wilden werken. Dat kon lang duren en sowieso gingen ze uiteindelijk een andere koers varen dan ik.
‘s Avonds ging ik voor anker in de haven van Aguilas. De wind zorgde voor een geweldige deining in de haven en tot ver in de ochtend klonk er harde discomuziek. Niets voor mij, dus de volgende morgen vertrok ik vroeg en ‘s avonds kwam ik in de regen aan in de vissershaven Carboneras. Een visser zwaaide naar mij en liet me vastmaken aan zijn boot. Om 05.00 uur zou hij uitvaren en de volgende morgen ben ik dan ook weer vroeg vertrokken. Ik heb een andere visser in het donker gevolgd om niet in de visnetten voor de haven verstrikt te raken. Die dag bereikte ik Almeria en de volgende dag Almerimar. Daarvandaan vertrok ik na 3 dagen naar Marokko. Tien mijlen uit de kust sloeg de boot ineens op een oor terwijl ik in de kajuit was. De wind bleek van kracht 3 toegenomen te zijn naar 5 met vlagen van 6. Ik had nog 79 mijlen te gaan en heb de Genua wat ingenomen om de boot minder te laten overhellen. Het grootzeil reven was door de plotselinge wilde zee en harde wind onmogelijk geworden. Er zat niets anders op dan de schoot wat te laten vieren zodat de druk op het grootzeil afnam. Voor insiders, ik voer scherp aan de wind en had snelheid nodig om de hoge golven te trotseren. Het zou een gedenkwaardige tocht worden. Ik zeilde de hele afstand en klokte 5,2 knopen gemiddelde snelheid, wat voor mijn boot heel goed is. De wind wakkerde aan tot een dikke 6 met uitschieters windkracht 7. Driemaal werd de boot door brekende golven zo’n 20 meter opzij gegooid en de gehele reis heb ik onder een hellingshoek van tussen de 20 en 30 graden gevaren. Massief water in de kuip, maar dat werd snel afgevoerd. Wel bleef er door de vrijwel constante hellingshoek water staan op de bakboordsbank en in de opbergruimte in het vrijboord voor lierhendel en genuaschoot. Onder deze omstandigheden kwam er water in de bilge en dat vond ook zijn weg tegen de bakboordwand in de kajuit naar de bergplaats onder de bank en zelfs hoger, het boekenrek. Later in de haven moest ik water uit de bilge pompen en wat boeken drogen. Maar ik was apetrots op mijn Sogno d’Oro.
Onderweg kruiste ik de routes voor grote schepen en eenmaal voer ik zo’n 200 meter achter een groot vrachtschip uit Istanbul langs. En dat is wel heel dichtbij. Ik weet zeker dat ze me pas op het laatste moment zagen. Toen ik passeerde stonden twee mannen op de brugvleugel en keken naar beneden. Ik heb maar gezwaaid en ben verder gevaren. Om 05.50 uur kwam ik in het donker in de haven van Melilla aan. Melilla is een Spaanse stad in Marokko. Prachtige gebouwen en parken, en alles tax free. Meteen dus mijn voorraad diesel aangevuld, hoewel ik nauwelijks verbruikt had tijdens de overtocht. Maar ik wist dat ik hier goed kon inslaan en had dus maar een beperkte voorraad bij me.
De Marokkaanse grens is hier maar twee kilometer vandaan en je kunt er dus lopend naartoe. Ik kwam de tweede dag bij een kleine grenspost en dacht dat ik daar moest zijn om een kijkje in Marokko te nemen. Aan de Marokkaanse kant werd ik echter teruggestuurd en verwezen naar een grotere grenspost waar mijn paspoort gestempeld moest worden. Maar toen ik omkeerde en naar de Spaanse kant ging, mocht ik Melilla niet meer in omdat mijn paspoort niet gestempeld was. Ik zat dus gevangen tussen Marokko en Melilla. Na wat heen en weer gepraat werd ik uiteindelijk weer in Melilla toegelaten. Op zulke momenten moet je wel rustig blijven, anders gaat het fout. Maar inwendig vervloek je de bureaucratie. Ik ben op weg gegaan om tenminste die andere grenspost te bekijken. Het was daar zo’n chaos en rotzooi dat ik het een tijdje van een afstand heb bekeken. Een echte cultuurschok. Blijkbaar verzamelen de Berbers kleding in Melilla en sjouwen het dan in grote balen over de grens voor de handel. En als je je dan voorstelt dat duizend mensen bezig zijn met die klerezooi en verpakkingsmateriaal laten rondslingeren, dan heb je een beetje een beeld van de situatie. Melilla zelf is heel schoon en de Spaanse militairen en politie zijn alom aanwezig. In de Marina wordt zwaar gepatrouilleerd en ik voel me er behoorlijk veilig met de boot.
Drie dagen geleden wakkerde de wind hier aan tot windkracht 8. Extra trossen gezet en een tweede mooringlijn vastgemaakt. En dat was maar goed ook want het werd gedurende de avond een orkaan met windkracht 12 tot 13. De havenautoriteiten hebben 70 knopen windsnelheid gemeten en meer dan 63 is windkracht 12. Die avond was een Engelsman bij mij op bezoek en vanuit mijn boot kon hij zijn tweemaster in de gaten houden. Die stond op een bok op het droge. Omstreeks 23.30 uur is zijn boot omver gewaaid en we zagen het gebeuren. De nachtmerrie van elke booteigenaar. Hij wacht nu op de verzekeringsexpert en verblijft bij mij aan boord. Als liveaboards moet je elkaar in nood helpen, op zee en op de wal. De volgende keer kan het jou overkomen.
Voorlopig ben ik dus nog even in Melilla waar het nu warm en weer vredig is. Groeten en tot een volgende keer,
Groeten,
Henk Oosterwijk
a/b Sogno d’Oro